Als thuiskomen


  • Close

Struiken en bomen. Gegak en geblaat. Tjilpen, gefluit en gekrijs. Trompetteren en schallen. Niet definiëerbare kreten boven het gemopper uit en opvallend verhullende lachjes als er iets of iemand wordt platgewalst.

Een optocht!? Een onontkoombaar relaas!? Een processie!? Neen, onderweg naar het heil. Opweg naar de schat aan de einder. En als onze schat, ons absolute referentiekader, als Het Lichtend Alles niet verder groeien wil, boet het leven in aan kwaliteit, treedt er zieltogend verlies op in aller ZIJN. Maar met Godelief Onzaligheid in ons midden, met zijn methoden en middelen , worden we, hoe dan ook, steeds sterker, worden we steeds gelijkgerichter, worden de dominante aardewezens die we zijn als lemmingen, worden we, al discussiërend en “ondersoorten” onderwerpend, als één, tonen we ons, met een iétsje meer aan kennis, vlàkker en woestiger dan toén, toen “onze wereld nog plat was”, en trekken we thans, in de afgrond stortend, tevens de sluitsteen, als start, voor een nieuw begin met ons mee.

 

Alsof hij een gong was, zo ervoer hij de slagen van het heden op zijn borst. Hij had het gevoel weg te zakken uit het hier en nu, steeds meer verzeild te geraken in de duisternis van het niets. Een vrije val. Een onafwendbare tocht. Kijken naar wat was. Schrijningen. Het locaal verdwijnen van huid. Doffe botsingen. Hoop en angst. Eén worden met de stress van het hart. En dan ineens een plof. Als vanzelf gingen zijn kijkers open. Voor het eerst in zijn leven was hij aardes gast, werd hij zonder voorwaarden vooraf in het wereldgebeuren opgenomen. Er waren er meer. Een ieder was zich bewust van zichzelf en van elkaar. Daar was het zaad terwijl de akkers lonkten. Materiaal in overvloed. Woningen en gebouwen waarmee de planeet showen en pronken kon. Leven wie je bent. Techniek is er weer voor de mens. Uitdrukking geven aan het-zelf ter verrijking van het totaal. Vanzelfsprekende gelijkwaardigheid; leven zonder dat walgelijke knechtingsinstrument; leven zonder het meest inhoudsloze goedje dat er is; waardigheid van binnenuit: leven zonder geld.