Ambachtsman (2)
Ik heb nog steeds geen idee hoe of ze heet. Ze introduceerde me overal. Ze liet me alles zien waar ik belangstelling voor heb. Niets was haar teveel. “Waarom jìj hier bent, moet jezelf maar bepalen, ik doe wat ik doe omdat ik er vól van ben”, was haar enige commentaar op mijn niét naar buiten gebrachte vraag. Hierop lachte ze wat. En een lange stilte volgde.
— Een samenvatting, een beknopt verslag:
Inderdaad, dat is de motor van een sportwagen. Duitse makelij in dit geval. Maar we hebben ook Italiaanse, Russische, noem maar op. Onze verwarmingsinstallaties komen overal vandaan. Al onze overheidsgebouwen worden door dit soort compacte bouwsels op temperatuur gebracht en gehouden. Ze zijn stuk voor stuk zéér efficiënt. Iedere liter brandstof wordt, zoals u zich wellicht niet beseft, voor het leeuwendeel in warmte omgezet. En in de theaterzalen, waar er soms wat wind moet zijn ten behoeve van een op te voeren stuk, sluiten we dan een paar ventilatorbladen op de drijfstang aan. Wat gas en, drááien maar.
Wat daar ligt? Ja, dat klopt! Wat ú onder een gsm verstaat, noemen we hier een slimmerding. Haar opkomst was groots. Maar haar positie binnen het geheel veranderde ineens. Dat je elkaar kon zien tijdens het bellen werd nog wel gewaardeerd. Dat je elkaar erna tevens kon gaan ruiken en de welstand van elkanders buren kreeg geprojecteerd, ging te ver, werd niet meer gepikt. Een onderonsje in het-echt viel te prefereren boven dit. De meeste spreektoestelletjes blijven momenteel meestal thuis. Er kwam weer rust. Spontane bezoekjes gaan vaak hand in hand met spannende gezelligheid. Zonder constant onderbroken te moeten worden weer één met de wereld en met jezelf.
Dit zijn studenten. Het is een groepje oudere-jaars van De Academie voor Ambachten en Technologie. Ze oriënteren zich. Zowel bij verwarming als bij afkoeling van water treedt er uitzetting op. Ze onderzoeken de relatie tussen de hoeveelheid energie die deze verandering van stof bewerkstelligt, en de (waarschijnlijk enorme) hoeveelheid arbeid die hiermee, in potentie, kan worden verricht.
— Dit instituut is zéér laagdrempelig. Jong en oud lopen er, bij wijze van spreken, in en uit. Mét De Academie voor scheppende- en uitvoerende Kunsten vormt ze het hart van onze samenleving.
De galgenring rond ons park is gesticht door de jeugd. Ze wensten de fossiele brandstof- en fusiecentrales stil te leggen en zich serieus te storten op, wat zij noemen, leut, sport en spel. Letterlijk alles wordt er uit de kast gehaald om zo kolderiek en uitbundig mogelijk energie op te wekken. De allerfraaiste “installaties en centrales” worden blijvend tentoongesteld in ons museum. Hier bevinden zich ook bekroonde wasmachines, gemotoriseerde leunstoelen en handzame “wolkenkrabbers”. Gindse “onderspitdelver” heeft vorig jaar gewonnen. “De zoetwatervogels” hier recht voor je kreeg de aanmoedigingsprijs; een tweeling van negen jaar oud bracht het in. Met ongeveer zeventig procent van de energie die er in z’n totaliteit wordt gegenereerd, takelen we de gigantische zwerfkeien met de galgentouwen omhoog. Het is onze reservevoorziening, onze “powerbank”. Als ons overschot te groot wordt, laten we een aantal keien langzaam zakken. Hierdoor worden er dynamo’s aangedreven die ons complete dorp, als was ze een titanentheaterzaal, overspoelen met licht. Een enorm spektakel is het. Feest.
— We verwachten veel van de uitzettingskrachten van allerhande materialen. En wat betreft het park: Niemand weet hoe of het komt. Er wordt daar nooit gescholden, gefeest of fratsenmakend gelachen. Het is alsof het park ademt, alsof ze soms ook bewust zwijgt en heel af en toe zelfs huilt of weent. In feite wordt er daar alleen maar íngebracht en gedeeld. Haar sfeer slijpt -hoé dan ook- “de geest”, maakt de drijfveren achter onze vlagen van dadendrang helder en transparant. De extremen worden erdoor toegankelijker. Zonder aan kleurrijkheid in te boeten, maakt het dat je harmoniseert. Ze is ook humorvol en kan aanstekelijk vrijpostig zijn. Ze kietelt mij bijvoorbeeld -quasi nonchalant- als ik me weer eens groter waan dan ik in werkelijkheid ben.
Tot ziens. Tot ambachtsman. Tot de nabije toekomst. Tot morgentijd. Tot straks.