De noorderlinge
Er zijn er niet zoveel als jij. Je hebt een visie. Je beschikt over intellect. Maar bovenal, je koestert jouw innerlijk leven en laat vol graagte de manmoedigste vredesgedachten toe om ons te kunnen laten proeven van jouw warme, fonkelende hart.
—Zo jong nog. Zo schoolgaand nog. En toch… ten behoeve van Het Leven, omwille van Allen, je staakt, je doet ons als in spiegels kijken. Je wijkt af van hen die zich niet verroeren en zwijgen, wijkt af van het gros der mensheid dat zich bij voorkeur veilig nestelt onder de noemer “normaal”.
—Noorderlinge, nog even joh, De Zinnigheid steekt z’n kop op na De Val.