Eindelijk
Waarom zou je water veroordelen omdat het nat is. Waarom zou ik gindse steen beschimpen omdat hij nog harder is dan graniet.
— We kennen de minerale wereld. Alom is er vegetatie te zien. En wij, mensen, wij behoren tot het dierenrijk.
— Het gaat me niet om de aantallen. Mannetjes doen het met mannetjes. Vrouwtjes met vrouwtjes. Zoals beide seksen het ook met elkander doen.
— Hier valt niet over te moraliseren. Feit is feit. En gezien het gegeven dat er nog steeds utopisten zijn die hoog boven de rest verheven, veroordelend, in de troonzalen der uitverkorenen menen te mogen resideren, wel …, de nivellerende werkelijkheid rolt zich aanstonds uit, maakt dat we ons ontnuchterend gaan beseffen: we zijn de disputen voorbij, en religies…: tsja, typisch mensenwerk. In de kern der dingen zijn we allen aan elkaar gelijk, zijn we waardevol om wie we zijn en onmisbaar voor een dynamisch en onneembaar geheel.