Fluisterspraak
“Verglijden met de tijd. Sprongen die almaar kleiner worden. Verwrijven met de stof waarmee het ooit begon. Flarden van een nestgeur; de herinnering en de hunkering; beelden van thuis.
— Als je haar roept, zal ze zeker komen. Als je te verlegen bent, kan ze toch zómaar voor je staan. Want, wat is harmonie meer dan aandacht voor elkaar. Waarom leer je niet eerst van jezelf te houden, alleen dàn kun je dat ook van hem en van haar.”