Het is rood…
We zijn een erg verlegen volkje. We brengen schade toe aan de nacht. Vandaar dat we vanuit het donker via bovenstaande tussenvorm, een transparante huid, onszelf langzaamaan vertrouwd laten geraken met het wel en wee van de dag. Want, het allergekste aan ons is wel het gegeven dat we juist oranjeroodblozend op z’n sprankelendst zijn, dat we het vurigst juichen bij het bestijgen van de levensladders die zijn geconstrueerd uit bomen en sporten van licht. Ingedroogd boven aangekomen, blazen we met onze laatste adem wangenvol zaadjes uit die zich als confetti laten verstrooien, die zich bij voorkeur dáár gaan nestelen waar ze het kansrijkst zijn, stuk voor stuk, om uit te kunnen groeien tot zo’n machtige, zinneprikkelende vrucht. Tot zo’n bink. Tot zo’n bom van smaak. Tot een tomaat.