Huisjes
We voeren elkaar op met elkanders dromen en verlangens. We spelen het spel dat elk van ons het liefste speelt. We bestijgen elkaar zoals kinderen bomen beklimmen. En als we als twee sirene’s zijn waaraan alles loeit, schreeuwt en gilt, zakken we -nu als levensonbevreesden- terug, en vieren het zijn van één zoals de natuur het ons heeft geleerd.
We zijn gek op huisjes. We werken vanuit een vast concept. Beschutting, Humor en Schoonheid…; dat ziet u goed -geintje- , iedere dag een andere hoed.
Als we weggaan van waar we werden besteld, is het altijd feest. Huizen op poten. Huizen van glas en staal; streng als bovenmeesters. Huizen geheel of gedeeltelijk onder de grond, soms, volgens de bewoners, vooral als het veel geregend heeft, mokkend en murmelend als een mol. Huizen als kooien hangend aan portalen die snerpend kunnen fluiten als het waait. Woningen hoog en slank als een paal. Huizen die fruitdragers kunnen schragen of zich juist als een slang draperen rond een tak van een bebaste mammoetbosbewoner.
Als we weggaan is het altijd feest, want alles wuift en weet dat dit dóór zal groeien naar een steeds rijker wordende rijpheid, daar het innerlijk-leven grenzeloos is en in aanleg almaar wenst door te groeien naar daar waar de begrippen Saamhorigheid en Persoonlijke Vrijheid in alle muren staan gegrift. Waar De Harmonie wordt bewaakt, waar Wijsheid wikt en weegt en op gezette tijden gaarne ventileert.
En flikker nou eindelijk eens op met dat rotspul, met het knechtingsinstrument bij uitstek. Flikker nou eindelijk eens op met dat vervloekte goedje geld.