Tweeduizendstraks (2)
Toen ons avontuur ten einde kwam, streken we neer op deze bank. Aanvankelijk deelden we de stilte en verbleven we geruime tijd in de beelden van wat was. Hieronder haar later opborrelende verhaal.
Alsof er iets loos was, alsof er aan alles iets ten grondslag lag, let wel, het gebeurde vèr voor de ontnuchtering, De Grote Draai, zó ervoer ik het gegniffel omdat wij “gewonnen” hadden. Het kapitalisme boven het centraal georkestreerde gezag. Het vrije westen versus de communistische staat. Het wezenlijke van iedere groep wordt toch met name bepaald en naar buiten gebracht door De Ambachten en De Kunsten. Hoe konden we dan dat volk beschimpen dat zo opvallend blinkert en schittert, dat zo lang al doordesemd is van hoogstaande cultuur waardoor ze zal blijven parelen zelfs na het doorstaan van een zwartste nacht.
Nog even, globaal opererende medeconsumenten, medeparticipanten van deze planeetgrote markt, dan wandelen we allen als een synthetische geldverheerlijkende christus over iedere visgestorven- en door plastictroep verzadigd geraakte zee of watergang.
Schamen. Alleen wijsheid kan in rijpheid blijven groeien, is één met de buren en glimlacht om angst.